Hoe de Auto Complete-functie in de Windows-opdrachtprompt in te schakelen
Als u een Windows-gebruiker bent, gebruikt u waarschijnlijk de opdrachtprompt zeer vaak.
Op zichzelf mist de opdrachtprompt verschillende functies uit de doos en automatisch aanvullen is er een van. In het geval u zich afvraagt, ziet u hier hoe u de functie voor automatisch aanvullen in de Windows-opdrachtprompt kunt inschakelen, zowel tijdelijk als permanent.
Opmerking: standaard kunt u met Windows de TAB-toets gebruiken als het besturingsteken om de map- en bestandsnamen in de opdrachtprompt door te nemen (automatisch aanvullen), maar als u dit niet kunt doen, volgt u de onderstaande instructies.
Schakel Auto-complete functie tijdelijk in
U kunt de functie automatisch aanvullen tijdelijk in de opdrachtprompt inschakelen door een eenvoudige opdracht op te roepen. Om dat te doen, druk op "Win + R, " typ cmd
en druk op de knop Enter om de opdrachtprompt te openen. Eenmaal geopend, voert u de onderstaande opdracht in en drukt u op de knop Enter.
cmd / f
Vanaf dit punt kunt u de functie automatisch aanvullen gebruiken door op de besturingstekens "Ctrl + D" voor map en "Ctrl + F" voor bestanden te drukken. Omdat dit een tijdelijke oplossing is, is de opdracht alleen geldig voor de huidige sessie. Als u de functie voor automatisch aanvullen in de huidige sessie wilt uitschakelen, gebruikt u de onderstaande opdracht.
cmd / f: uit
Schakel Auto-Complete Feature permanent in
Als u de functie automatisch aanvullen permanent wilt inschakelen, moet u een aantal Windows-registervermeldingen bewerken. Om dat te doen, druk op "Win + R, " typ regedit
en druk op de knop Enter. Met deze actie wordt het Windows-register geopend.
Navigeer hier naar de volgende sleutel.
HKEY_LOCAL_MACHINE \ SOFTWARE \ Microsoft \ Command Processor
Dubbelklik op de toets "CompletionChar". Deze actie opent het waardegegevensvenster. Vervang de bestaande waarde door "9" en klik op de knop "Ok" om de wijzigingen op te slaan. Met deze actie wordt het standaard besturingsteken ingesteld als de TAB-toets op uw toetsenbord.
Als u "Ctrl + D" wilt instellen als uw besturingsteken, voert u de waarde in als "4". Als u "Ctrl + F" als controleteken wilt gebruiken, voert u "6" in als de waarde in de waarde dataveld.
Dubbelklik op de toets "PathCompletionChar" en voer de waardegegevens in als "9" voor de TAB-toets, "4" voor "Ctrl + D" en "6" voor "Ctrl + F". Klik na het invoeren van de waardegegevens op. de knop "Ok" om de wijzigingen op te slaan.
Zorg er echter voor dat beide sleutels die we zojuist hebben bewerkt, dezelfde waardegegevens bevatten. Anders zal de configuratie niet werken zoals het hoort.
Dat is alles wat er te doen is. Vanaf dit punt kunt u de functie automatisch aanvullen in de opdrachtprompt van Windows gebruiken door op een van de tabtoetsen of CTRL + D of CTRL + F te drukken, afhankelijk van uw configuratie.
Hopelijk helpt dat, en doe je hieronder een reactie op het delen van je gedachten en ervaringen over de functie automatisch aanvullen in de Windows-opdrachtprompt.